Doel |
Doelstellingen
vastleggen:
• Prestatiedoelen
• Gedragsdoelen |
De voortgang bespreken t.a.v. de doelstellingen:
• Verbeteringspunten en
oplossingen
• Faciliteren
• Motiveren
|
Evalueren van de
doelstelligen:
• Waarderen
• Verbeterpunten
• Motivatie |
Hoofdvraag |
Welke doelen gaat de medewerker
komend
jaar halen? |
Hoe doet de medewerker
zijn taak/werk? Wat kunnen de medewerker
en de leidinggevende
doen om
dit te verbeteren?
|
Wat heeft de medewerker
gedaan en hoe is dit
verlopen? |
Resultaat |
• Commitment over
doelen
• Duidelijkheid over
wederzijdse
verwachtingen
• Concreet actieplan |
• Inzicht in verbeterpunten
(medewerker,
leidinggevende en
organisatie)
• Goede relatie tussen
medewerker en
leidinggevende
• Motivatie
• Staat los van salaris
• Concreet actieplan
|
• Waardering voor de
medewerker
• Duidelijkheid over
verbeterpunten voor
de medewerker
• Eenrichtingsverkeer
• Er volgt een cijfer +
salarisbepaling |